Heehee,

Ik zou eerst duidelijk aan je broertje / zusje vragen hoe hij/zij aangesproken wilt worden. He/him pronouns in het Nederlands zijn gewoon de mannelijke persoonlijk voornaamwoorden . Hij / hem. Dus als je zegt: Ze heeft net een boterham gegeten. Dan zou je nu zeggen: Hij heeft net een boterham gegeten. Je doet dus gewoon alsof je een jongen aanspreekt. 
Hoe je er sneller aan gewend kan raken heb ik niet veel tips voor, behalve dat je hem / haar niet langer als meisje moet zien maar als jongen. Dus hij / ze was niet vroeger je zusje maar je broertje. Want als je telkens weer denkt aan dat hij / ze vroeger het andere geslacht was, dan raak je weer in verwarring.

Ik hoop dat het een beetje helpt, dit is wat ik altijd doe als iemand van pronouns verandert.

-Yodema

Hoii

Ik denk dat het slim is om dit ook met je broertje/zusje te bespreken. Het gaat immers over hoe die aan gesproken wilt worden. Er zijn in dit gesprek natuurlijk meerdere antwoorden mogelijk : zij/haar, hij/hem, die/diegene, neopronouns of dat die het nog niet weet.

Voor zij/haar en hij/hem is het natuurlijk redelijk vanzelfsprekend, voor zij haar : hoe je over elk ander meisje zou praten en voor hij/hem : hoe je over elke andere jongen zou praten.

Bij die/diegen en hen/hun wordt het al wat lastiger en hier zul je dan ook veel mee moeten oefenen. Voorbeeld : Robin is op zoek naar diens hond. Diegene is diens hond kwijtgeraakt.

Ook neopronouns zijn vaak een hele uitdaging. Neopronouns zijn zelf bedachte voornaamwoorden zoals : xi/xem, zey/zem of thon/thon.  Als je er over na denkt, zijn alle voornaamwoorden eigenlijk bedacht, dus waarom bedenken we er niet een paar meer? Deze kunnen, zeker op het begin, heel raar klinken. Maar je gebruikt ze eigenlijk hetzelfde als alle anderen voornaamwoorden. Voorbeeld : Luca gaat met xem familie schaatsen. Dit vindt xi eigenlijk een beetje eng.

Als je broertje/zusje het nog niet weet kan je altijd vragen of die wilt dat je een beetje expirimenteerd. Dan kun je bijvoorbeeld allemaal verschillende voornaamwoorden uitproberen en dan kan diegene een beetje kijken wat fijner voor die voelt. 

 Wat mij altijd heeft geholpen om er snel aan te wennen is ook over diegene schrijven en daarbij de goede voornaamwoorden gebruiken. Probeer ook als diegene er niet bij is altijd de goede voornaamwoorden te gebruiken, en verbeter anderen ook als zij dat niet doen. Zo gaat het wennen het snelst.

Ik hoop dat het allemaal een beetje te begrijpen is. Veel suc6 :)