Dit verhaal gaat over mij.
Mijn moeder is al heel lang geleden gescheiden met mijn vader. Daarna heeft ze iemand leren kennen. Mijn stiefvader (ik noem geen namen). Eerst was hij altijd heel leuk bezig. Maar sinds dat ik een broertje heb gaat hij steeds vervelender doen. Mijn broertje is acht en ik ben 16,5. Mijn stiefvader en mijn moeder maken ook vaker ruzie. Maar dat gaat dan over mijn broertje en mij. En als ik dan alleen thuis ben met mijn stoefvader gaat het al helemaal mis. Ik ben vandaag pas om 13:00 naar onder gegaan. Ik zou nog mijn kleren gaan aanpassen. Maar daar heb ik geen zin in het smorgens. Dus ik ging onder eten en toen vroeg hij wat ik had gedaan boven. Ik zei natuurlijk gewoon muziek geluisterd. Toen werd hij al kwaad om 1 klein dingetje. Maar daar bleef het niet bij. Ik ging mijn ontbijt klaarmaken. En toen zei hij wat ik was aan het doen. Ik zeg ontbijt klaarmaken natuurlijk. En hij zei. Dat noem jij ontbijt. Ik had cornflakes en rijstwafels. Toen werd hij boos en pakte me vast aan mijn pols. Dat doet ie wel vaker. Daarom heb ik er nu ook nog last van. Toen vielen de cornflakes op de grond en ik raapte ze op. Toen zei hij dat ik al 3 jaar zijn vakanties verpest omdat ik zeur. Terwijl ik helemaal niet zeur erover. En daarna ging hij ook nog zeggen dat ik altijd negatief ben en net zo als mijn vader. Toen zei ik dat mijn vader helemaal niet zo is. Hij scheld wel vaker met mijn vader en dan zegt hij tegen mij:Houd je vader maar hoog. En dan gaat hij ook nog schelden dat mijn moeder en hij nooit in een bejaardenhuis komen omdat ik niet goed voor ze zorg. En dan word hij nog kwader en moet ik naar boven en dan gaat hij schelden dat als ik mijn kleren niet heb opgeruimd dat hij ze dan weg doet. Ik word dan nog kwader en tril van woede. Toen ben ik naar de badkamer gegaan en heb de deur op slot gedaan.

Door die ruzie elke dag ga ik ook achteruit op school. Ik heb nergens meer zin in en word chagrijnig. Dat heeft ook weer invloed op mijn klasgenoten. Er zijn twee jongens waarmee ik al eerder ruzie heb gehad. Nu wordt het nog erger. Gelukkig heb ik mijn beste vriendin in de klas en steunt mij wanneer het nodig is. We zijn eigenlijk net zusjes.

Ik hoop dat iemand me hiermee helpt. Wamt ik verdraag het zo echt niet langer.