IS NIET VERPLICHT!!!!!!!
1. Hoe lang ben je meestal lopend of zelfs fietsend per dag onderweg van huis naar school en van school naar huis?
Tel de minuten bij elkaar op van één dag (ochtend en middag).
→ Korter dan 10 minuten per dag
→ 10 tot 20 minuten per dag
→ 20 tot 30 minuten per dag
→ 30 minuten tot een uur per dag
→ Een uur per dag of langer
2. Hoeveel dagen per week heb jij sport tijdens schooltijd, zoals schoolgym?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ 1 dag per week
→ 2 dagen per week
→ 3 dagen per week
→ 4 dagen per week
→ 5 dagen per week
→ Nooit
→ Ik ben de afgelopen week niet naar school geweest
3. Ben je lid van een (of meerdere) sportvereniging(en) of een
sportschool?
→ Ja
→ Nee --> Ga door naar vraag 7
4. Ik doe aan de volgende sport:
- Korfbal
- Tafeltennis
- Tennis
- Schaken
- Badminton
- Atletiek
- Gymnastiek
- Zwemmen
- Waterpolo
- Voetbal
- Fiets cross
- Wielrennen
- Handbal
- Hockey
- Softbal / honkbal
- Anders, namelijk: ______________________________
5. Hoeveel dagen per week sport je bij een sportvereniging (zoals zwemmen, voetballen, ballet, paardrijden enz.) of sportschool (zoals fitness, dans, vechtsport)?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ 1 dag per week
→ 2 dagen per week
→ 3 dagen per week
→ 4 dagen per week
→ 5 dagen per week
→ 6 dagen per week
→ 7 dagen per week
→ Ik heb afgelopen week niet gesport bij een sportvereniging of sportschool, maar doe dat in een normale week wel --> Ga door naar vraag 7
6. Hoe lang per keer sport je meestal bij een sportvereniging of sportschool?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ Korter dan een half uur per keer
→ Een half uur tot 1 uur per keer
→ 1 tot 2 uur per keer
→ 2 tot 3 uur per keer
→ 3 uur per keer of langer
7. Hoeveel dagen per week sport je buiten een sportvereniging of
sportschool om (zoals voetballen op straat, fietsen, buitenschoolse sportactiviteiten, hardlopen, skeeleren of zwemmen)?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ 1 dag per week
→ 2 dagen per week
→ 3 dagen per week
→ 4 dagen per week
→ 5 dagen per week
→ 6 dagen per week
→ 7 dagen per week
→ Nooit --> Ga door naar vraag 9
→ Ik heb afgelopen week niet gesport buiten een sportvereniging of sportschool om, maar doe dat in een normale week wel --> Ga door naar vraag 9
8. Hoe lang per dag sport je meestal buiten een sportvereniging of sportschool om?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ Korter dan een half uur per dag
→ Een half uur tot 1 uur per dag
→ 1 tot 2 uur per dag
→ 2 tot 3 uur per dag
→ 3 uur per dag of langer
9. Neem de afgelopen week in gedachten. Hoeveel dagen van de week besteed je dan minimaal één uur aan alle hiervoor genoemde activiteiten bij elkaar opgeteld?
(Dus lopen of fietsen van en naar school, het gymmen op school, sporten bij een sportvereniging of sportschool en sporten buiten een sportvereniging of sportschool (bijvoorbeeld voetballen op straat).
→ Geen enkele dag
→ 1 dag
→ 2 dagen
→ 3 dagen
→ 4 dagen
→ 5 dagen
→ 6 dagen
→ 7 dagen
10. Hoeveel dagen per week kijk jij TV/DVD?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ 1 dag per week
→ 2 dagen per week
→ 3 dagen per week
→ 4 dagen per week
→ 5 dagen per week
→ 6 dagen per week
→ 7 dagen per week
→ Nooit --> Ga door naar vraag 12
11. Hoe lang per dag kijk je meestal TV/DVD?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ Korter dan een half uur per dag
→ Een half uur tot 1 uur per dag
→ 1 tot 2 uur per dag
→ 2 tot 3 uur per dag
→ 3 uur per dag of langer
12. Hoeveel dagen per week zit je achter de computer (Internet,
gameboy, Nintendo, spelcomputer)(niet voor school)?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ 1 dag per week
→ 2 dagen per week
→ 3 dagen per week
→ 4 dagen per week
→ 5 dagen per week
→ 6 dagen per week
→ 7 dagen per week
→ Nooit --> Ga door naar vraag 14
13. Hoe lang per dag zit je meestal achter de computer of Internet, gameboy, Nintendo, spelcomputer (niet voor school)?
Denk hierbij aan de afgelopen week.
→ Korter dan een half uur per dag
→ Een half uur tot 1 uur per dag
→ 1 tot 2 uur per dag
→ 2 tot 3 uur per dag
→ 3 uur per dag of langer
14. Ik vind de gymlessen op mijn school leuk.
→ Helemaal mee eens
→Een beetje mee eens
→ Niet eens/niet oneens
→ Een beetje mee oneens
→ Helemaal mee oneens
15. We doen tijdens de gymlessen nooit de sporten die ik leuk vind.
→ Helemaal mee eens
→ Een beetje mee eens
→ Niet eens/niet oneens
→ Een beetje mee oneens
→ Helemaal mee oneens
16. Ik zou vaker gymles willen hebben.
→ Helemaal mee eens
→ Een beetje mee eens
→ Niet eens/niet oneens
→ Een beetje mee oneens
→ Helemaal mee oneens
17. Organiseert jouw school extra sport- en beweegactiviteiten buiten de gymlessen om?
→ Ja, alleen buiten schooltijd
→ Ja, alleen binnen schooltijd
→ Ja, zowel buiten als binnen schooltijd
→ Nee
18.Heb je zwemdiploma
→ Zo ja, welke?
→ Zo nee, ben je klaar met de vragenlijst
19.Moest je perse zwemmen of wilde je perse?
20.Wat vond/vind je het leukste diploma?
21.Wat vond/vind je van het zwemmen met kleding aan? Vond je het leuk of minder leuk? Was het zwaar of licht?
22.Zou je nog meer diploma's willen?
→ Zo ja welke?
→ Zo nee, ben je klaar met de vragenlijst
- Je bent KLAAR!