Skip to main content

Ik had dinsdag een wiskunde donderdag een Nederlands grammatica toets volgende woensdag een geschiedenis toets en volgens vrijdag een Frans toets en ik moet nog een natuurkunde toets inhalen nou zag ik net dat de Nederlands toets is verplaatst naar volgende week donderdag en een leesvaardigheid toets is geworden en als ik kijk naar de omschrijving dan lijkt het heel erg op de leesvaardigheid toets die ik in de toetsweek heb gehad en ik ben heel veel dingen vergeten daarvan omdat de toetsweek was voor de kerstvakantie en over andere dingen hadden bij Nederlands en als ik voor deze toets een onvoldoende haal ga ik niet over 

Toch succes ! Neem de belangrijkste dingen uit de tekst goed in je op en heb vertrouwen in jezelf. Als je er van uit gaat dat het mis gaat zal het ook mis gaan. Misschien kun je nog wat tips vragen aan je docent.  Ik hoop dat het een goed cijfer wordt ! 

Groetjes liefs Julian X


Leesvaardigheid is gelukkig niet iets wat je echt kan en hoeft te stampen, maar er zijn wel wat trucjes die je door kunt nemen om zo'n leestoets beter te maken. Daar zou ik me dan op richten. Wij zijn nu bezig met examenvoorbereiding enzo dus wij worden hier ook helemaal mee doodgegooid. (Eigenlijk best raar dat we speciale lessen krijgen over hoe we examens het best kunnen maken. Lijkt mij dan dat er toch echt wat mis is met de examens, maar ja, wie zijn wij…)

Om te beginnen is het belangrijk om even goed te weten hoe je zo'n tekst met vragen aanpakt. Het beste kan je eerst eens kijken met wat voor tekst je te maken hebt. Kijk naar de titel, tussenkopjes, afbeelding en bron. Dit geeft je een beeld waar de tekst over gaat en samen met de intro kan je dan de rode draad wel vaststellen. Daarna ga je de vragen (en antwoorden) lezen, zo weet je waarnaar je op zoek bent in de tekst.

Dan ga je de tekst lezen. Wat echt kan helpen, is met een markeerstift alle signaalwoorden highlighten. Hier staan heel vaak de antwoorden van de vragen en daarnaast geeft het je in het algemeen een beter inzicht in de tekst en de verbanden daarin.

Bij het antwoorden van de vragen, moet je zeker zijn dat je het antwoord in de tekst hebt gezien. Ga niet zelf nadenken, maar zorg dat je het echt uit de tekst haalt. Ook kun je de rode draad van de tekst gebruiken bij het vinden van het juiste antwoord. Vaak sluiten de vragen en antwoorden hier namelijk goed op aan. Let ook op woorden die een antwoord fout kunnen maken. Vaak zijn er instinkers wat een antwoord nét onjuist maakt. Denk hierbij aan woorden als ‘nooit', ‘altijd’, ‘iedereen', ‘beter dan’, etc. Dit zijn allemaal termen die geen ruimte laten voor nuance. Als in de tekst staat dat iets soms gebeurt, is een antwoord met ‘altijd’ gewoon fout. Vaak herken je zulke instinkers wel in de antwoorden.

Dit is zo'n beetje wat ik me nog kan herinneren om 12 uur 's nachts, maar ik hoop dat je er wat aan hebt. Probeer het gewoon eens zo, neem je boek eens door en ga vooral eens oefenen. Misschien zijn er hier wel goeie andere websites, dat zou ik zo niet weten, maar in ieder geval kan je eens een (deel van) een echt examen proberen. Dit is echt een goede oefening. Je vind deze op Examenblad.nl. Hier staan alle examens sinds 2002 van alle niveaus inclusief correctiemodel zodat je jezelf ook kunt nakijken. Betere oefening voor leesvaardigheid is er niet.

 

 


Reageer