De eerste drie jaar van de havo heb je tenminste deze verplichte vakken: 

• Nederlands;
• Engels;
• Rekenen;
• Wiskunde;
• Geschiedenis;
• NaSk (beginselen natuurkunde en scheikunde);
• Duits;
• Frans;
• Aardrijkskunde;
• Biologie;
• Gym.

Maar afhankelijk van je school kan daar nog meer bijkomen.

In de vierde zal er iets in je vakkenpakket veranderen omdat je dan een profiel gaat kiezen. Er zijn vier keuzes op de havo; C&M (Cultuur en Maatschappij), E&M (Economie & Maatschappij), N&G (Natuur en Gezondheid) en N&T (Natuur en techniek). Je kiest dan voor een pakket waar je in de toekomst het meeste aan denkt te hebben. Als je bijvoorbeeld geneeskunde wilt gaan studeren, zal je kiezen voor N&G omdat dat aansluit op je studie en verdere toekomstplannen.

Huiswerk verschilt per vak, school en docent. Sws zal je voor toetsen moeten leren. En (wederom afhankelijk van je school) waarschijnlijk kan je niet al je maakwerk op school doen. Dus dan zal je ook gewoon één of meerde paragrafen thuis moeten maken voor de eerstvolgende les over dat vak. Daarbovenop komen dan nog de speciale opdrachten, bijvoorbeeld boekverslagen, presentaties, betogen, recensies, zakelijke brieven, verslagen en uitwerkingen van practica.

Het lijkt nu best wel heftig (is het ook haha) maar ze bouwen het natuurlijk rustig op. Pas wanneer je na de derde je profiel hebt gekozen wordt het wild. Dan gaat het werktempo flink omhoog, ga je opeens heel diep op de stof in dus het wordt echt lastiger, en komen er ook steeds meer van zulke speciale opdrachten.